Met maar liefst vier duurbetaalde pagina’s in het reclamevakblad Adformatie probeert gratis krant De Pers mijn ‘opinie’ “De Pers wordt nauwelijks gelezen” te weerleggen (Zie: Drukken of het gelogen staat). Ik word op één lijn gesteld met de Decca man die de Beatles maar niks vond en de DEC meneer die niet inzag wat mensen thuis met een computer moesten doen. De vergelijking, hoe flatteus ook, gaat helaas aan alle kanten mank. Ik ben niet van plan om in De Pers te investeren. Ik gun het de mensen die dat wel doen dat zij er op termijn een goed rendement aan over houden. De vraag waar het om draait is: hoeveel mensen bereik je als je in De Pers adverteert? Dat zijn er volgens NOM 705.000 (Nederlanders van 13 jaar en ouder). Dat zijn er meer dan die het NRC lezen (541.000). Bravo! Maar het zijn er veel minder dan die dagelijks Spits lezen (1.851.000) of de Metro openslaan (1.952.000). Leesonderzoekers berekenen uit de verhouding tussen bereik per gemiddeld nummer en verspreide oplage het aantal lezers per nummer (Readers Per Copy). Als je dat doet voor de gratis dagbladen in Nederland, dan kom je op de volgende cijfers: voor Metro 3,7, voor Spits 4,4 en voor De Pers 1,4. Het is geen opinie, maar een feit: vergeleken met Metro en Spits wordt De Pers nauwelijks gelezen. Volgens uitgever Cornelis van den Berg doet De Pers het aanmerkelijk beter dan Metro en Spits in hun begintijd. Ik geloof het graag. Ik hoop voor hem dat de volgende NOM cijfers, die in februari 2008 verschijnen, laten zien dat meer mensen dagelijks De Pers zijn gaan lezen. Maar op het moment dat het veldwerk voor de huidige NOM rapportage werd afgesloten, in juli 2007, haalt De Pers het nog niet bij de gratis concurrentie. Ik luister nog steeds graag naar de Beatles, ik heb thuis 4 computers staan, en ik wens De Pers het allerbeste.