Etappe: Bagnères de Luchon – Oust

“terug ri St.Aventin” zo begon vandaag de routebeschrijving. Dat is zoiets als “Ga direct naar de gevangenis, u komt niet langs start en ontvangt geen 200 gulden.”
Ga terug de Peyresourde op, begin direct met omhoog fietsen en doe aansluitend de beklimming van de Port de Balès. Het enige positieve aan deze start was dat ik mijn lichtste versnelling weer kon gebruiken. In hotel Corneille verbleef gisteren ook het testteam van Cervélo. Eén van de mecaniciens was zo goed om even naar mijn probleem te kijken. Er is een veertje kapot in mijn versnellingshendel. Had ik maar geen Shimano moeten nemen, met Campagnolo heb je die ellende nooit. Hij kon het niet maken, maar hij leerde me wel een trucje om toch terug te kunnen schakelen. Ik ben acuut Cervélo supporter geworden.
Echt regenen deed het niet vanochtend. We klommen gewoon een wolk in, die vervolgens steeds harder begon te lekken. Afdalen in de mist is geen pretje. Je ziet niet welke kant de volgende bocht opgaat, het is glad en langzamerhand verstijven je handen om de remgrepen. En het was koud. Heel koud. Het verschil met gisteren was naar schatting zo’n 25-30 graden. De tweede beklimming, die van de Col de Menté: één pot nat. Hoe hoger je klom, des te verder je de natte, koude, wolken infietste. In de afdaling kon je niet meer doen dan proberen overeind te blijven en op tijd te remmen voor de koeien die plotseling uit de mist opdoken. Het monument voor Fabio Casartelli op de Portet d’ Aspet stond er verregend (of vermist) bij. Als je aan den lijve ondervindt hoe verschrikkelijk steil de kilometer is voor de plek waar hij viel, dan begrijp je ook hoe hard de profs daar naar beneden komen. Ruud was al totaal versteend na de afdaling van de Menté en wilde liefst direct naar het hotel doorrijden. Geen lunch dus. Dat mij dit moet overkomen. “Het culinaire hoogtepunt van vandaag was een marsreep” (Jan de Jong). Dat kwam me op de Col de la Core nog bijna duur te staan. Die bult is prima op te fietsen, maar de laatste twee kilometer viel ik bijna stil bij gebrek aan calorieën. Ver vóór de bus kwamen we aan in Oust, waar we onze natte zooi mochten uittrekken en vast in een warm bad op temperatuur konden komen.
De bus zat overigens vol vandaag. Rinus kan nog steeds niet zitten, Ellen zit met haar knie en Rinze zag het vandaag ook niet zitten. Arme Tom, die al de hele reis last met zijn maag heeft, moest vandaag de strijd staken. Eigenlijk heeft hij van ons de meest bewonderenswaardige prestatie geleverd, door het acht zware dagen vol te houden op zo weinig eten.
P.S. Het was te koud en te nat voor foto’s vandaag.