Het gebeurde een beetje in de marge van het Readership Symposium in Valencia. Leendert van Meerem van Intomart GfK presenteerde het laatste van de 54 symposium papers. Als een man van de oude stempel wilde Leendert graag aantonen dat de beleving van knisperend papier tussen je vingers toch een heel andere is dan die van het turen naar een kil beeldscherm. En dat dat ook zorgt voor een andere manier van kijken naar, en verwerken van advertenties. Dat ‘kijken naar’ kan Intomart Gfk heel nauwkeurig meten met ‘eye-tracking’. Helaas voor Leendert moet daarvoor wel de papieren krant eerst worden gedigitaliseerd en, tsja, op een beeldscherm worden weergegeven. Dus zijn hypotheses kwamen er niet helemaal uit.
Maar zijn onderzoek leverde wel een ander heel interessant resultaat op. Op de webpagina die de respondenten te zien kregen waren twee, misschien niet heel spannende, maar wel forse ‘display’ advertenties te zien. Het staat niet met zoveel woorden in het paper, maar het ging om een ‘skyscraper’ en een ‘medium/large rectangle’, zo te zien.
De ondervraagden die wekelijks het internet gebruiken fixeerden bijna allemaal hun blik wel één of meer keer op de getoonde advertenties. Maar van degenen die dagelijks op het net te vinden zijn wist bijna de helft naar de pagina te kijken zonder ook maar één keer hun blik op één van beide advertenties te richten. Het is dus niet zo dat ze even vluchtig kijken om vervolgens te besluiten dat de inhoud niet relevant voor ze is, nee, er werd geen enkele fixatie gemeten. De ervaren internet gebruiker ziet domweg geen banners!