De palen die zijn aangetast door bacteriën

In augustus 2009 heeft de gemeente een funderingsonderzoek laten uitvoeren in de buurt waar wij wonen, de Schildersbuurt in Zaandam. Net als Amsterdam is Zaandam gebouwd op (grenenhouten) palen. In de Grenen Heipalenkrant (nr. 11/ maart 2008) kondigde de gemeente het onderzoek al aan: “Uw woning staat in een gebied waar we problemen met de funderingen vermoeden. Dit onderzoek maakt duidelijk hoe het zit met de kwaliteit van de fundering van uw huis. U weet dan of de palen onder uw woning binnen een bepaalde termijn aan vervanging toe zijn. (…) De gemeente neemt de kosten van het funderingsonderzoek op zich, geeft advies en biedt waar mogelijk financiële steun aan. Want de gemeente ziet het als haar taak om de kwaliteit van de leefomgeving te bewaken en verpaupering van buurten tegen te gaan.” Sympathiek, niet? Hmmm. Daar kom ik nog op terug.

Ons twee-onder-één-kap huis is in 1932 gebouwd, het staat een tikkie scheef, maar er zit geen scheurtje in de gevel en in de 23 jaar dat we hier wonen heb ik nog nooit een klemmende deur gehad.
Toch constateerden de ingenieurs van Wareco: “Op basis van de grote ongelijkmatige zakkingen en de aanwezigheid van ernstig aangetaste grenenhouten palen wordt geconcludeerd dat de fundering van het woningblok in slechte staat verkeert. Verwacht wordt dat binnen een periode van 10 jaar aanvullende zakkingen en scheurvorming tot stand zullen komen. De panden worden ingedeeld in kwaliteitsklasse III.”
Een week later kwam de gemeente daar overheen met de mededeling: “De kwaliteitsklasse zoals genoemd in de brief is niet juist. U hebt een woning met een fundering in kwaliteitsklasse III+.” Voor de funderingsleken onder u: Dat plusje is een dikke min. Het betekent dat “niet meer wordt voldaan aan de eisen die het bouwbesluit stelt. Dit heeft tot gevolg dat u als eigenaar verplicht bent de gebreken aan uw woning te verhelpen.”

Van de 354 onderzochte woningen in de Schildersbuurt valt ongeveer 20% in klasse III en klasse III+ (advies om binnen 10 jaar maatregelen te treffen). Dankzij dit ‘gratis’ onderzoek van de gemeente Zaanstad is de WOZ waarde (en ook de verkoopwaarde) van mijn huis met 17% gedaald. En zo zijn er kennelijk dus nog 70 bij mij in de buurt. Een kapitaalvernietiging door de gemeente Zaanstad van minimaal 2,8 miljoen euro.

En dat voor de Schildersbuurt die door Freek de Jonge nog met eerbiedig ontzag werd beschreven: “Ver boven dit alles verheven stonden de kinderen uit de Schildersbuurt. Hun vaders bekleedden allemaal belangrijke functies in de fabrieken en bedrijven. Ze heetten Albert Heijn of Simon de Wit. (…) Er woonden chirurgen en bankdirecteuren. Ja, zelfs de commandant van de Bescherming Bevolking van het district Noord-Holland woonde daar.”
(Freek de Jonge, Zaansch Veem, De Harmonie, 1987)

Als er één buurt is waar de verpaupering niet dreigt, is het wel de Schildersbuurt. Het lijkt er op dat dergelijk buurtonderzoek vooral wordt gedaan in buurten waar de gemeente grootschalige bouwplannen heeft. Als je huis dan tijdens de werkzaamheden verzakt is niet de gemeente aansprakelijk maar jij zelf. Je wist tenslotte dat je fundering niet deugde. Het Voorslagterrein kan nu worden bebouwd, de Noord-Zuidlijn kan zonder risico tot in de Schildersbuurt in Zaandam worden doorgetrokken.