Kampala Cycling op de top van de Mont Ventoux

Is er iets mooiers dan de eerste keer? Je eerste meisje, je eerste zoen, je eerste keer de Mont Ventoux? Er zijn nog 24 fietsers over. Gerrit en Theo zijn vanmorgen met de trein teruggegaan naar huis om een nieuwe fiets te kopen. Rinus Visser liet het tweede deel van de etappe aan zich voorbijgaan. “Ik ben de Ventoux al een keer opgefietst”. Voor 11 van de 23 renners die in Bédoin aan de voet van de Kale Berg stonden was het vandaag de eerste keer dat ze de Mont Ventoux bedwongen.
Voor Toine van Oers was het feit dat de Ventoux in het routeschema is opgenomen zelfs de enige reden om aan de 100 Cols tocht te beginnen, drie jaar geleden. Eigenlijk zou hij na vandaag kunnen stoppen, maar nu hij zover is gekomen maakt hij het rondje toch maar af. Ook mijn slapie, Peter Haakman, doet dit jaar mee voor de Ventoux. Le beau qui pedale vond het mooi, maar minder ruig dan hij van tevoren had gedacht. Joost Schermers vond het “een lekker lopende Col”. Ariën Oskam had ook al “lekker gefietst”. Misschien had hij wat vaker tegen de wind op kop moeten rijden. Koen van Herbruggen had hem heel rustig opgereden en vond het “goed te doen”. Voeg daarbij Jan van Lieshout, Wim Kommerkamp, Karel Tinnemans “mooie berg” , Frans van der Geer en Wolter Busser, ook al “rustig naar boven gereden”. Wat vooral opvalt is het gebrek aan respect voor deze mythische berg. Nergens werd zwaar afgezien, huilend opgegeven of uitgeput neergezegen. Joost en Ariën meenden zelfs dat de Soudet vorig jaar zwaarder was. Die hebben dus definitief geen verstand van fietsen. Nu liet de Ventoux zich vandaag wel van zijn vriendelijkste kant zien. Een zonnetje, nauwelijks wind, en als die er al was kreeg je bij 12% meest een steuntje in de rug. De heroïek moest vandaag komen van de oudgedienden. Simon Oud had het erg zwaar gevonden. Maar die kwam er bij Chalet Reynard wel achter dat hij met 26 in plaats van 29 tandjes achter naar boven aan het fietsen was. Rinus had, zoals gezegd, zoveel respect dat hij er niet eens aan begon. Ruud Voerman had zwaar afgezien: “wat een klote bult”. Zelf heb ik het de hele dag moeilijk gehad. Ook in de tamelijk vlakke aanloop naar Bédoin wilden mijn benen niet echt meewerken. In het bos had ik het vooral erg warm en kreeg ik de compact maar moeizaam rond. In het maanlandschap ging het gelukkig wat beter. Ik ben er trots op dat ik als eerste het shirt van Kampala Cycling de Ventoux heb opgefietst. Mijn lieftalige echtgenote sms te nog “Voor een Cinglé was het toch zeker een eitje?” (Een Cinglé is een malloot die de Ventoux drie keer op één dag beklimt. In 2003 ben ik malloot 1029 geworden). “De Kale Berg is nooit een eitje” heb ik terug ge-sms’t. George Kienstra had gehuild toen hij het bos uitkwam en het plateau bij Chalet Reynard opreed. Kijk, dat lijkt er meer op.
Voor de rest is het te hopen dat er na de eerste keer nog een tweede komt, zodat ze het wezen van de Ventoux nog een keer aan den lijve kunnen ondervinden.