Volgens de mannen van WebTrainer was ik er klaar voor. 25% vermogen per kilo erbij getraind en afgevallen in de afgelopen 6 maanden. De Ronde van Vlaanderen en de Waalse Pijl in de benen. 6 clinics van Webtrainer Bergop. Ettelijke toertochten en trainingskilometers. Twee keer per week naar de sportschool.
Deze week is het zover. De Haute Route des Alps. “The highest and toughest cyclosportive in the world”. In 7 dagen fietsen van Genève naar Nice. 866 kilometer, 19 cols en 21.000 hoogtemeters. En, oh ja, het is wel een soort van wedstrijd. Je kunt em winnen. En je kunt ook buiten de tijd binnenkomen. Dan mag je de tocht nog wel uitfietsen, maar word je genadeloos uit de uitslagenlijsten geschrapt. Mijn doel is uitfietsen met een uitslag.
Zondag stond de eerste etappe op het programma, van Genève naar Megève. 156 kilometer en 3300 hoogtemeters. Na de geneutralliseerde start vanaf de oevers van het meer van Genève kabbelde het peloton ongeveer 25 kilometer gezapig voort om aan de voet van de eerste berg, de Col de l’Encrenaz losgelaten te worden. Een naar en onregelmatig bergje om mee te beginnen op de vroege ochtend. Wat mij eigenlijk direct al zorgen baarde was dat ik op de Col de l’Encrenaz al uitgebreid kennis mocht maken met Fergus Grant. Fergus rijdt rond in de Haute Route in een knalrood pakje met het opschrift ‘Lanterne Rouge’, als pace rider voor degenen die nog net binnen de tijdslimiet binnen willen zijn. Maar hij verzekerde mij dat hij graag een beetje heen en weer fietse, want alleen maar achteraan fietsen was ook zo saai. Niettemin merkte ik ook bij andere deelnemers dat zijn gedrag zorgde voor een hoop onnodige paniek.
Na de l’Encrenaz een vervelende afdaling over een slechte weg naar Morzine. Vanaf Morzine draaiden we de tweede klim van de dag op: de Col de Joux Plane. Ondanks mijn voornemen om toch vooral kalm aan te beginnen kreeg ik het daar behoorlijk lastig. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot tegen de 35 graden in de schaduw, en een groot deel van de klim lag in de volle zon. Mijn hartslag kon ik nog wel zo’n beetje onder mijn sterk verbeterde omslagpunt houden, maar veel lager lukte ook niet meer. De afdaling van de Joux Plane naar Sallanches loopt lekker, maar toen ik onderaan weer moest aanzetten schoot de kramp in allebei mijn benen. En ik was niet de enige, begreep ik ’s avonds. Dat nekte me op de derde en laatste beklimming van de dag. Eigenlijk de 4e, want tussendoor zat er nog een door de organisatie onbenoemde helling in waarbij de berg van Thijs Zonneveld een molshoop lijkt. 
De slotklim naar Megève, kortom, was een killer. De op papier meevallende stijgingspercentages van 5% à 6% per kilometer bleken in de praktijk te zijn opgebouwd uit stukken oplopend tot 14% met korte stukjes vals plat en afdaling. Halverwege zat ik zo kapot en raakte ik zo oververhit dat ik even in de schaduw moest gaan staan om bij te komen en mijn hartslag te laten zakken. Maar goed, inmiddels lag ik meer dan een uur voor op de tijdslimiet dus ik ben nog redelijk relaxed gefinished. Steenkapot, dat wel. Als 431e van 472 mannelijke deelnemers. 
Waarmee ik er weer keihard op word gewezen dat aan de Haute Route geen terrasfietsers meedoen. Sterker nog: het reglement staat niet toe om buiten de ravitailleringszones eten en drinken aan te nemen, op straffe van diskwalificatie. Niks geen koffie met appeltaart of Franse driegangenlunches. Ik hoop dat het nog goed komt. Gelukkig worden er voor dag 2 lagere temperaturen voorspeld.