Fietsen is een kwestie van overeind blijven en doortrappen. Toch gebeurt het elk jaar wel een keer dat ik met de fiets onderuit ga. Meestal in de late herfst of de vroege winter als er ergens in een bocht al ijs ligt terwijl je nog niet bedacht hebt dat het wel eens kon vriezen. Over het algemeen kom ik er met wat schaafwonden en blauwe plekken vanaf. Tijdens de eerste Nederlandse versie van de Ride for the Roses ben ik bij een massale valpartij betrokken geraakt. In de buurt van Purmerend, bij een snelheid van rond de 40 km/u, ging het peloton vol in de remmen. Achter mij remden ze niet op tijd. Ik vond mezelf enigszins ontveld terug in de berm. Naast me lag een man met een gebroken sleutelbeen. Op de dijk een wirwar van gehavende fietsen en vloekende mannen. Het voorwiel van mijn fiets zat naast het achterwiel. Toen de brokstukken waren opgeraapt en de ambulance was vertrokken bleef ik moederziel alleen achter op die dijk met mijn tot Brompton getransformeerde Gazelle. Gelukkig gaf een achterop geraakte politiewagen me een lift naar station Purmerend. Vandaag (donderdag) heeft Mike Verboon een smak gemaakt. Hij reed iets achter de groep en was aan het klooien met zijn tellertje. Hij kwam in het gootje naast de weg terecht en viel om. “Stom”, denk je dan zelf, “voortaan beter opletten” en je fietst weer verder. Mike heeft zijn heup gebroken. Inmiddels is hij geopereerd in het ziekenhuis van Agordo. Hij is nu afgemonteerd met een uitwendig stalen frame. “Vette pech” zouden mijn jongens zeggen. “Sommige mensen doen ook alle om jouw blog te halen”, zeiden ze in de groep. Bij deze. Sterkte Mike.