Gisteren waren we zo snel binnen dat ik al voor het diner mijn blogje had gepost. Daardoor kon ik de maaltijd niet beschrijven, met zijn overvloedige pasta met een heerlijke tomatensaus met verse kruiden en daarbij vers geraspte emmenthal, de crudités, met de huisgemaakte terrine van groenten in gegeleerde bouillon, het hoofdgerecht van varkensgebraad met gegratineerde aardappeltjes en niet te vergeten het dessert van clafoutis met roomijs in bosvruchtencoulis. Dat alles overgoten met een fruitige Brouilly. (Vrij naar Hildebrand).
Vanmorgen aan het vertrek had ik behoorlijk last van mijn ingewanden. Hoewel ik mij niet onbetuigd had gelaten, zie ik geen oorzakelijk verband met de copieuze uitspatting van de vorige avond. Ik ging op de eerste beklimming als een krant omhoog. Maar wonder boven wonder vond ik na een uur of twee mijn benen en lukte het me voor het eerst in deze rondrit om af en toe zo hard op kop te rijden dat ze achter me begonnen te piepen. Wie zich de hele dag niet liet zien, was Johan Schotanus. Eerst meenden we nog dat hij achterin aan het wegdromen was over zijn Carola. Het is vandaag tenslotte hun trouwdag. Hij kreunde en steunde nog harder dan de fiets van George. Bij de lunch (Jambon persillé, gemarineerde kip met boontjes en chocolademousse toe, gedrenkt in Coca Cola en Orangina) begon hij te klagen over zachte banden en zere benen. Ondertussen liet hij zich ook na het eten wel steeds lekker uit de wind houden. Tot onderaan de laatste klim van de dag, de Ballon d’Alsace. Toen kon hij opeens samen met George voluit naar boven rijden om te strijden om de dagprijs. Eigenlijk heb ik een hekel aan het woord linkeballen. Het is een Maarten Ducrot woord. Maarten gebruikt het bij om het even welk wielerverslag net iets te veel van het goede. Een profwielrenner die het in de kopgroep vertikt om ook maar een meter kopwerk te doen omdat hij zogenaamd de benen niet heeft, en vervolgens iedereen in de sprint met fietslengten klopt, die is aan het linkeballen. Maar goed, die jongen rijdt om voor zijn vrouw en bloedjes van kinderen nog een boterham te verdienen. Nee Schotanus, dit staat je niet fraai. Over de etappe zelf kan ik kort zijn. Hij was met zijn 152 kilometer 20 kilometer langer dan op de routebeschrijving stond. De weg naar Chapelle was schandalig slecht. Er waren ruim 2400 hoogtemeters en mijn gemiddelde snelheid was 24,95 km/u.