Je kunt van drie kanten de Stelvio op. De TomTom stuurde ons zondag de berg over vanaf het Zwitserse Santa Maria im Munstertal. Daar was Adri niet blij mee. Temeer niet omdat het al donker werd en omdat de Stelvio vanaf deze kant nog steeds gedeeltelijk onverhard is! Haarspeldbochten rijden over een stikdonkere grindweg langs een ravijn met een stijgingspercentage van geregeld meer dan 10%. Ook Eva van de TomTom raakte onderweg behoorlijk overstuur en riep om de andere haarspeldbocht: “Probeer om te draaien”. Uiteindelijk zijn we heelhuids aangekomen in hotel Vallechiara in Ciuk, een gehucht op 1650m hoogte in de gemeente Valdisotto.
De andere manieren om op de Stelvio te komen zijn vanaf Prad am Stilfserjoch (Prato allo Stelvio, ook in Zwitserland) of vanaf het Italiaanse Bormio. Vandaag ben ik vanaf Prad naar boven gefietst, zodat ik de legendarische 48 (!) tornanti (haarspeldbochten) kon rijden. Daar is de Alpe d’Huez niks bij. Vanaf de parkeerplaats bij hotel Prad ben je overigens al 7,5 kilometer aan het klimmen voordat het bordje met bocht 48 opdoemt. Bocht 47 volgt na 50 meter en dan is het weer ruim 2 kilometer wachten op bocht 46. Het echte aftellen begint pas zo rond bocht 40. Het moet gezegd, de Stelvio vanaf Prad is een fantastische klim met prachtige uitzichten. Hij is niet supersteil, maar na Trafoi, 13 kilometer voor de top, kom je ook niet meer beneden de 8%. De zwaarte zit hem in de lengte en het grote aantal hoogtemeters. Vanaf Prad had ik ruim 24 kilometer op de teller, 1833 hoogtemeters, en een gemiddelde snelheid van precies 10km/u, waarmee ik 2 uur en 23 minuten onderweg naar boven ben geweest. De afdaling naar Bormio loopt lekker, afgezien van een stuk of 6 onverlichte tunnels. Vanaf Bormio moest ik alleen wel weer omhoog naar ons hotel in Ciuk, nog even 5 kilometer van tegen de 10%. Daar waren mijn benen op deze eerste fietsdag bergop niet zo blij mee. Het Weizenbier smaakte des te beter.