Milaan – San Remo
Voor de profs begint Milaan–San Remo meestal pas op de Cipressa. Voor de amateur die zich waagt aan de cyclotoeristische versie van de Primavera is het niet anders. Toch wel jammer dat je eerst 265 kilometer moet fietsen voordat het een beetje leuk wordt.
Net als alle wielerliefhebbers kijk ook ik elk jaar uit naar Milaan–San Remo. Ha fijn! Het fietsseizoen is nu echt begonnen. Om dan toch vaak een tikje teleurgesteld te zijn na een lange zondagmiddag voor de TV.
De Milaan–San Remo waarmee dit jaar de klassiekerweek van LeChampion opende had weinig van doen met het idee ‘voorjaarsklassieker’. Het water kwam met bakken uit de lucht. En, het spijt me het te moeten zeggen: ik ben bang dat er ook bij een lekker zonnetje geen bal aan is. De eerste 150km van Milaan naar de Passo Turcino zijn van een onvergetelijke saaiheid. Niets kan ik mij er van herinneren. Nadat je bent afgedaald naar de kust moet je vervolgens 120km over een kustweg met teveel stoplichten en veel te veel geagiteerde Italiaanse automobilisten slalom rijden tussen de files. (Kun je zo goed fietsen dat je je in de eerste groep weet te handhaven dan schijnt de politie je door rood te laten rijden, maar zo hard fiets ik niet.)
De laatste 30km met de Cipressa en de Poggio zijn een weldaad voor de afgematte pedaalridder. Eindelijk rust en even geen razende auto’s. Overigens kreeg ik wel respect voor de helden die in de afdaling van de Poggio de sprint moeten voorbereiden. Zelfs zonder peloton en haast is het een lastige afdaling.
Met dank aan Koen van Herbruggen en Peter Zuijdwijk voor hun gezelschap. Alleen was ik waarschijnlijk in slaap gevallen en verdronken.