De Passo Giau is een naar bergje. Dat herinnerde ik me nog van de Maratona van 2007. Zo één waar je geen moment rust krijgt. Het gemiddelde stijgingsprecentage is 9,1% Ter vergelijking: de Tourmalet komt niet verder dan 7,6% en de Mont Ventoux vanaf Bédoin blijft eveneens steken op 7,6%. Toegegeven, die zijn wel twee keer zo lang. De Passo Giau is vanaf Selva di Cadore ‘maar’ 10 kilometer. Overigens begint het klimwerk al 5 kilometer eerder in Caprile, met stijgingspercentages die oplopen van 4% naar 7%. Dus allesbehalve een vlakke aanloop.
De Giau is genadeloos. Nergens een paar 100 meter om de druk van je benen te halen. Ik had minstens 10 kilo lichter moeten zijn om hier voldoende vermogen per kilo te kunnen genereren. Het zat er niet in vandaag. Omdat ook mijn rug niet meewerkte zag ik de snelheid op sommige stukken teruglopen tot 6,5 km/u. Dan switchte ik maar gauw naar het 2escherm van mijn Garmin om opgelucht te constateren dat het bijbehorende stijgingspercentage 13% bedroeg.
Passo Giau moet iets betekenen als ‘Pas van de tuinman’, want het is gewoon 10km harken naar boven.

Daarbij vergeleken was de 1ebeklimming van de dag, de Passo San Boldo een makkie. Enige smetje aan die klim was dat de organisatie wel had gewaarschuwd voor de tunnels in de klim, maar niet voor een deels onverlichte tunnel van meer dan een kilometer in de afdaling. Door een stikdonkere tunnel fietsen in een groep waarvan een deel de moeite niet heeft genomen om zijn/haar door de organisatie verstrekte achterlichtje aan te doen, zodat je bij god niet weet hoe dicht je op hun achterwiel zit, met ergens rechts een betonnen rand van 30 centimeter, en met tegenliggers en achteropkomend verkeer die toch enigszins gefrustreerd zijn omdat ze de hele dag al in de file staan aangezien in Italië de schoolvakanties zijn begonnen, ik had er geen goed gevoel bij.
Maar na 10 kilometer Giau zijn zulke muizenissen weer helemaal uit je hoofd. Zeker als er ook nog een fris buitje uit de hemel komt en het op 2200m nog geen 10 graden blijkt te zijn.

Dan ben je blij dat je tussen de vakantiegangers mag afdalen naar Cortina d’Ampezzo, dat de Haute Route super georganiseerd is, dat je daar gelijk te eten krijgt, kunt douchen, wordt losgemaakt door een osteopatisch meisje en vervolgens wordt warmgewreven door een massagemeisje. Dat je vervolgens in het sjiekste hotel van de stad bent ingeboekt, waar het restaurant helaas vol is, maar de bar gewoon regelt dat je toch een wereldtosti kunt eten met stiekem een toetje uit dat onbereikbare restaurant na. Fijn gefietst.