Boek per maand club
Al een aantal jaren doe ik mee met de leesclub ‘Un mois, un livre’ van het Institut Francais ( voorheen Maison Descartes) in Amsterdam. Het aardige van zo’n leesclub is dat je elke maand een boek leest, dat het soms boeken zijn die je zelf niet zou hebben uitgekozen, en dat je direct je gram kunt halen tijdens de bespreking als je het niks vond. Dat moet dan wel in het Frans, maar lekker afgeven op overschatte Franse literaire pretenties verrijkt zonder meer je woordenschat.

Deze maand stond er een boekje op het programma van Bernard Werber: L’arbre des possibles. Twintig korte verhalen in een mix van science-fiction en filosofie. Hij noemt het zelf ‘philosophie fiction’. Sommige fans beschouwen hem als de nieuwe Jules Verne, de literaire critici vinden het maar niks. Volgens de docente is hij een hit onder Franse tieners en in Azië. Alleen zijn romans over het rijk der mieren zijn in het Nederlands vertaald. L’arbre des possibles helaas niet. Jammer, want de verhalen van Werber lezen lekker weg, zijn onderhoudend, humoristisch, en zetten je in elk geval aan het denken.

Bernard Werber zelf praat over het titelverhaal L’arbre des possibles in een TedX Parijs filmpje. Schaakcomputers werden beter toen ze niet meer uitsluitend afhankelijk waren van brute rekenkracht (brute force), maar er ook menselijke intelligentie aan toe werd gevoegd. Een topschaker rekent niet alle denkbare mogelijkheden door, maar alleen de veelbelovende varianten. Al we dat principe zouden toepassen op alle mogelijke wereldproblemen, en wetenschappers zouden af en toe in hun lunchpauze vraagstukken en oplossingsrichtingen bijdragen, hoe ver kunnen we dan komen? Zie arbredespossibles.com

De laatste opstand
Eén van de andere verhalen in de bundel verontrustte me zeer: La dernière révolte. De laatste opstand.

Een ouder echtpaar, Frédéric en Lucette verbergt zich achter de geraniums. Buiten stopt een getraliede bus. Ze hebben het er pas nog over gehad met hun buren: de kinderen hebben al een paar weken niets meer van zich laten horen, en dat is meestal geen goed teken.
De bus is van het Centrum voor Ontspanning, Vrede en Rust. Bejaarden zijn in Frankrijk een probleem geworden. De sociale voorzieningen worden voornamelijk opgesoupeerd door 70-plussers. De président heeft onlangs nog het volk toegesproken. Het leven is eindig, dat moet je respecteren. Ouderen consumeren zonder te produceren, waardoor steeds meer impopulaire belastingmaatregelen nodig zijn. De economische problemen kunnen vooral worden toegeschreven aan de ongebreidelde toename van het aantal ouderen.
Na deze toespraak worden de vergoedingen voor medische zorg beperkt voor iedereen van 70 jaar en ouder. Vanaf 75 jaar is er geen vergoeding meer voor ontstekingsremmers. Vanaf 80 jaar krijg je je tandartskosten niet meer terug, vanaf 85 geen geld voor maagzuurremmers, vanaf 90 worden ook de pijnstillers uit het pakket gehaald. Degenen van 100 jaar en ouder hebben helemaal geen recht meer op vergoeding van welke medische voorziening dan ook.
De reclame en de publieke opinie associëren ouderdom met alles wat negatief is. Overbevolking, werkloosheid, belastingen; het is allemaal de schuld van ouderen die weigeren om uit te stappen als hun tijd erop zit.
Bij restaurants verschijnen de eerste bordjes : verboden voor 70-plussers.
Over de Centra voor Ontspanning, Vrede en Rust doen de wildste verhalen de ronde. Als de kinderen geen spijt krijgen en hun ouders niet binnen een paar weken weer komen ophalen wacht de laatste injectie.
Frédéric en Lucette zien dat hun buren al in de bus zitten. Dan wordt er bij hen aangebeld: “doe open, we weten dat u thuis bent” Als de koevoet de deurpost versplintert ontsnappen ze via het raam en kapen de bus. Ze verbergen zich met een groep van 20 bejaarden in een grot in het bos. Meer ouderen sluiten zich bij hen aan. Met succes weten ze een aantal jaren te overleven. De ‘Witte Vossen’ bevrijden andere bejaarden uit de Centra voor Ontspanning, Vrede en Rust, eerst met list, later met geweld. Op een gegeven moment is de overheid het zat. Ze decimeren de groep ouderen door ze te bombarderen met een griepvirus. De laatste overlevenden worden meegenomen. Voordat Frédéric, inmiddels de held van het bejaardenverzet, bezwijkt aan zijn injectie zegt hij tegen zijn beul: “Jij ook, op een dag zul jij ook oud zijn.”

Verontrustend
Waarom vind ik dit zo’n verontrustend verhaal? Misschien omdat de contouren nu al zichtbaar zijn in de manier waarop er naar de toenemende kosten van de gezondheidszorg en ouderenzorg wordt gekeken? De vrije medicijnkeuze is per slot van rekening al afgeschaft. Dan is een selectief terugdringen van de vergoedingen voor belaalde medicijnen voor specifieke goepen geen ondenkbare optie meer. En daarna …

Je zou er bijna Henk Krol van gaan stemmen.

Bernard Werber: L’arbre des possibles 2002
Zolang Nederlandse uitgevers er nog geen brood in zien voorlopig alleen in het Frans.