Google bedreigt onze privacy. Dat was althans de boodschap van de redactie van Netwerk in de uitzending van vrijdag 20 juli 2007. 94% van de Nederlanders gebruikt Google als standaard zoekmachine. Elke zoekopdracht die wij intikken wordt door Google anderhalf jaar bewaard. Met die gegevens maakt Google een ‘persoonlijk profiel’. Der Mensch ist, was er sucht. Volgens Peter Fleischer van Google zijn er twee redenen om die gegevens zolang te bewaren: “to secure the service in general” (om hackers op te kunnen sporen) en “we want to improve the relevance of our search results”. Je krijgt er betere zoekresultaten door. Als reclame-onderzoeker moet ik dat eigenlijk toejuichen. Omdat we steeds beter worden in vermijden van reclame is de enige commerciële boodschap die in de toekomst nog kans van slagen heeft degene die op het juiste moment het juiste aanbod doet. Volgens Stephan Fellinger (in dezelfde uitzending) “laat Google zien dat je naam niet zo relevant is”. Is er dan geen privacy probleem? Adverteerders zijn nog niet gewend aan een doelgroepdefinitie op basis van zoekgedrag. Zij denken nog aan moeders met kinderen, aan jongeren, of aan mannen van 20-49 jaar. Ze zullen Google ongetwijfeld gaan vragen om ‘verrijking’ van jouw zoekgegevens met bijvoorbeeld je leeftijd, geslacht en je woonplaats. Als internet gebruiker vind ik het geen prettig idee. Ik besef me dat alles wat je op het net doet sporen nalaat. Als je solliciteert moet je er vandaag de dag op rekenen dat je toekomstige werkgever je naam zal intikken in Google en Hyves. Niet iedereen denkt daaraan. Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens liet weten dat zijn club 10 regels gaat bedenken waarmee we onze privacy op het net nog enigszins kunnen beschermen. Ik vraag me af of dat nog relevant is.