Dag 6 van de HauteRoute was niet iets waar iedereen nu van tevoren van dacht: “Ha, lekker”. Met vier bergen en meer dan 3800 hoogtemeters is het de dag waarbij het grootste hoogteverschil van de week moet worden overwonnen. Bovendien zitten er twee tamelijk riskante afdalingen in, die van de Col de la Cayolle en de Col de la Couilolle, steil, met slecht wegdek, smalle wegen, en kleine driesteens muurtjes die je scheiden van een ravijn van 100 meter. Bovendien begint een deel van het peloton na 6 dagen toch wel een beetje witjes weg te trekken, ofwel van pure vermoeidheid, ofwel van de schaafwonden (er wordt aardig wat omgevallen) dan wel van de doorgezeten billetjes.
De organisatie had bij de editie van vorig jaar al een deelnemer het ravijn in zien fietsen, en had daarom uit voorzorg de beide afdalingen van de Cayolle en de Couilolle geneutraliseerd. Ook de kopgroep kon desgewenst stoppen om te genieten van de adembenemende kloven en de schitterende vergezichten.
Stephen G. met wie ik deze week regelmatig opfiets en dineer, had het goede idee de organisatie erop te wijzen dat het schrappen van twee afdalingen, juist voor de mindere klimgoden zoals wij, het halen van de tijdslimiet een stuk moeilijker zou maken. We kregen een half uur extra.
Het werd dus toch een lekkere dag. De meeste klims kenden een min of meer geleidelijke aanloop om pas na verloop van tijd over te gaan tot de gebruikelijke genadeloze aanslag op de bovenbenen en het hart longsysteem. Ik fietste dan ook de hele dag tussen mensen die ik helemaal niet kende van achteraan het peloton. Zij mij ook niet.
Helaas was de slager was om één of andere reden in staking, want bij de verversingsposten werd geen ham geserveerd, wat normaal een fijne aanvulling is van het zout en de proteïnen, en een welkome afwisseling van alle zoete reepjes, gelletjes en drankjes.
De geneutraliseerde afdalingen waren prachtig. Aanradertje voor niet bang uitgevallen fietsers en automobilisten want inderdaad, meestentijds is er niet heel veel meer ruimte dan voor een fiets en een personenauto, en moet je geen hoogtevrees hebben als je een keer over het randje kijkt.
Tussendoor kwamen we nog over de Col de Valberg. Die had ik meen ik bij de 100 Cols tocht al eens gedeeltelijk per ongeluk opgefietst toen we een verkeerde afslag namen.
De slotklim naar Auron begon met 25 kilometer vals plat in de brandende zon. Jammer dat ik die solo moest overbruggen, maar het ging me wonderbaarlijk goed af. Gisteren ging er bij de dagelijkse briefing een homerisch gelach op toen de organisatie zei dat sommige mensen hadden gemeld dat ze steeds beter gingen fietsen, maar voor mij is het echt zo.
De laatste 5 kilometer naar Auron waren wat je noemt ‘killing’. Heet, steil (gemiddeld 8% met uitschieters naar 12%) Na 3.400 meter klimmen op een dag hoeven die laatste 400 meter echt zo nodig niet meer.
Maar goed, als je je dan uiteindelijk over de streep hebt getrokken wachten je sandalen op je in het ‘bike park’, zodat je eindelijk je verhitte voeten uit je fietsschoenen kunt schuiven. Kun je doorlopen naar het prima ‘riders meal’ om de nodige herstelcalorietjes naar binnen te werken, en kun je je opgeven voor een kwartiertje gratis massage. Dat heb ik deze week niet gedaan, maar sommige mensen zweren erbij.
Dan wordt het tijd om je hotel op te zoeken, want het fijnste van een dagje sporten is toch nog altijd de douche na afloop.
Oh ja, voor het eerst officieel de top 400 gehaald met mijn 389eplaats. Zelfs ruim binnen de originele tijdslimiet. 2:09 achter de winnaar, dat dan weer wel.