Dag 4 van de Haute Route Pyrenées 2015 was er een Koninginnerit. Dag 6, waarover later, was er zeker ook één, maar met de Tourmalet, de Col d’Aspin en de Col d’Azet op het menu vond ik deze dag ook wel voor een dergelijke kwalificatie in aanmerking komen. De Tourmalet begon te vroeg, namelijk ongeveer gelijk vanaf de start. Bovendien probeerde ik mee te fietsen met mensen waar ik helemaal niet mee mee hoor te fietsen. Toen ik bedacht had dat ik toch beter mijn hartslag 10 slagen kon laten zakken ging het gelukkig een stuk beter. Bovenop de Tourmalet was het mistig. Zo mistig dat de organisatie de afdaling had geneutraliseerd. De Haute Route is namelijk een wedstrijd. Je kunt hem winnen, en sommige mensen vinden dat zo belangrijk dat ze dan doen alsof ze hun plek in de hemel al verdiend hebben. Geneutraliseerd was de afdaling overigens verrot koud. Verder had iemand het sympathieke idee gehad om de schapenstront voor ons weg te vegen. Dat was echter niet helemaal gelukt, waardoor we op zeker moment over een kilometer glad uitgesmeerde schapendrek naar beneden gleden. Met de nadruk op glad. De Col d’Aspin en de Azet waren te laag om mistig te zijn. Vooral de eerste kilometers van de Azet hakten er na alle kou en shit goed in. Na vier dagen begin je inmiddels de nodige slijtage te vertonen. Ik heb me dan toch maar een massage besteld. Bij de Haute Route kun je elke dag gratis gemasseerd worden. Als je hard fietst ben je snel aan de beurt. Maar de mensen uit de tweede helft van het peloton moeten toch vaak een uurtje wachten. Je krijgt een massagetijdstip toegewezen. Dat geeft je tijd om te douchen en te eten. Maar als je je dan meldt bij de balie, wil het niet zeggen dat je dan ook direct aan de beurt bent. Sommige kneedpartijen lopen uit, sommige mensen hebben betaald om eerder aan de beurt te zijn. Kortom, je moet een beetje zen zijn om rustig op je beurt te wachten en te hopen dat je je eigen naam of nummer, uitgesproken met een charmant Frans accent, verstaat.
Dag zes, de tweede Koninginnerit met maar liefst vier beklimmingen, de Col d’Azet, Col de Peyresourde, Port de Balès en als uitsmijter de slotklim naar Superbagnères. Misschien begon het klimmen te wennen, misschien was het omdat de cols wat gelijkmatiger ‘liepen’ dan de cols op eerdere dagen, misschien waren het de adembenemende uitzichten op de Peyresourde, maar eigenlijk was het goed te doen. Daarbij wel een kleine kanttekening voor wat betreft de beklimming van Superbagnères. Daar komt geen eind aan. Zeker niet als je weet dat je aan de voet, in Bagnères de Luchon, zo ongeveer langs de voordeur van je hotel bent gefietst alvorens je karkas weer omhoog te hijsen voor 12 kilometer klimplezier die naar het eind toe ook nog eens steeds steiler worden.
Recent Comments