100 Cols – Dag 6 – Slagveld

Vandaag de etappe met de meeste hoogtemeters van dit eerste deel van de 100 Cols tocht. 3200 stonden er uiteindelijk op de teller van George. De eerste drie klimmetjes van de dag waren al goed voor meer dan 2000 meter bergop fietsen. Vooral de Col de Clergeon was voor velen een onaangename verrassing. In de aanloop naar het Piece de Résistance van vandaag, de Col de Grand Colombier hadden we niet op zo’n kuitenbijter gerekend. De Clergeon is een berg waar je nog nooit van hebt gehoord en waar je toch volkomen stilvalt omdat het op sommige stukken 14% naar boven gaat. In Culoz, aan de voet van de Colombier ging ik samen met Jan van Lieshout op zoek naar een bakker. Omdat de kopgroep niet te houden was en alvast voor ons uit naar boven reed kwam ik na 45 kilometer alleen te zitten. Jan, die intussen ook nog naar de groenteboer was geweest voor zijn bananenverzameling kwam me bij kilometer 51 voorbij met een levensreddend blikje Cola. (Het was weer eens 37 graden, en dan moet je niet in de volle zon een helling van 10-15% proberen te beklimmen.) Dat was het laatste contact met een fietsende reisgenoot. Een solorit van 95 kilometer door een uitgestorven stukje Frankrijk volgde. Ik fietste door het ene na het andere dorpje met geen bar, geen restaurant en geen supermarché. Twee bezemende oude vrouwtjes waren zo goed om mijn bidons bij te vullen. Gelukkig dat ze hier zo hechten aan een schone stoep. Pas 25 kilometer voor het eind, in Echallon kon ik iets te eten en te drinken krijgen. Daar zag ik ook het sms-je van de kopgroep die in Hotonnes (km 84) een restaurant in een zijstraat had gevonden en alvast een lunch voor mij had gereserveerd. Uiteindelijk ging het net niet onweren en kwam ik als vierde bij het hotel in St Claude aan, na Peter Faassen, Paul Vermeulen en Adrie Haakman. Toen de bus ruim een uur later arriveerde bleek het slagveld compleet. Maar liefst 10 van de 31 deelnemers hadden de rit niet uitgereden en waren onderweg in de bus gestapt. Dan mag je eigenlijk niet ontevreden zijn, zelfs niet met een gemiddelde van 19,8 km/u.