Het routekaartje van LBL
Het organiseren van een toertocht door de Belgische Ardennen wordt steeds moeilijker. De bewoners hebben het wel gehad met die wielertoeristen die elk weekend in drommen door hun achtertuin komen fietsen. Het is ook wel begrijpelijk. Zelfs al zouden al die duizenden fietsers uitsluitend ideale schoonzonen (en schoondochters) zijn, die geen bananenschillen of verpakkingen van energierepen en ‘gelletjes’ op straat gooien, wachten voor het rode stoplicht en even aan de kant gaan als er iemand met de auto langs moet, dan nog kun je de halve zaterdag of zondag de deur niet uit. De Ardennen lijken me typisch een buurt waar je de weekendboodschappen met de auto wilt doen. Ik denk tenminste niet dat er heel veel mensen zijn die met een krat bier achterop de fiets de Stockeu over komen. Dus dat je het als inwoner op een gegeven moment wel gehad hebt met die zaterdag- en zondagsfietsers kan ik me helemaal voorstellen. Ook al omdat helaas veel amateurs du vélo nou niet bepaald de hiervoor geschetste ideale partners van je kind zijn. Inmiddels zijn zoveel Ardennezen al zo spuugzat van dat gefiets dat de lokale bestuurders aan de organiserende wielerclubs geen vergunning meer geven om over het grondgebied van hun gemeente te koersen. Dat geldt naar ik me heb laten vertellen al voor de plaatselijke Waalse wielerclubs en dus helemaal voor de allochtone fietsforenzen. Kortom, Le Champion heeft een politiek en organisatorisch huzarenstukje geleverd om de 30e editie van Luik-Bastenaken-Luik van de grond te krijgen. Het was ook nog eens heel mooi weer, afgelopen zaterdag. Zonnetje, 20 graden, lekker windje, 245 kilometer en meer dan 4000 hoogtemeters, wat wil een mens nog meer? Als ik een kleine suggestie mag doen: graag water bij elke verzorgingspost, en niet alleen sportdrank. Op een gegeven moment ga je over je nek van die zoete zooi. Sommige deelnemers zouden ook graag broodjes hesp zien verschijnen rond lunchtijd, zoals je bij andere koersen weleens krijgt. Ik kan me voorstellen dat zoiets voor een lokale club met goede connecties bij de plaatselijke middenstand nog wel te realiseren is. Maar om voor 3500 man (m/v) broodjes uit Holland in te vliegen lijkt me iets teveel van het goede.
En het parkoers, tja het parkoers. Het ging van Luik naar Bastenaken en weer terug. De Wanne zat erin, en de Stockeu en de Côte de la Roche aux Faucons. Maar verder leek het niet heel erg op de LBL van de profs. De Côte de la Redoute werd van de achterkant beklommen, wat op zich na 208 kilometer bij het heersende vochttekort erg prettig was, maar niet bepaald ‘redoutable’ aanvoelde. De goeie kant van Rémouchamps was zaterdag vol gezet met aftands Europees en geallieerd legermaterieel. Misschien betaalden zij meer voor een vergunning.
Heb ik Luik-Bastenaken-Luik gereden? Wellicht wel qua afstand, hoogtemeters en naamgevende ‘touchpoints’. Maar toch … niet echt.
Tot troost van Jan Calis en zijn mensen: ik heb een fantastische fietsdag gehad, de organisatie was perfect, qua uitpijlen, waarschuwingsborden (dat bord ‘HEEL GEVAARLIJKE BOCHT’ heeft mijn nek gered), qua verkeersregelaars, verzorgingsposten: chapeau!
Misschien nog wel belangrijker: iedereen die ik heb gezien heeft zich echt voorbeeldig gedragen, er werd voor alle stoplichten gestopt, papiertjes werden keurig in de achterzakken gedaan en iemand die bij een verzorgingspost een bananenschil op de grond gooide werd door zijn vrienden met schil en al richting de vuilnisbakken gevloekt. Misschien mogen we volgend jaar de Redoute weer van de goeie kant op.
Recent Comments