Zo hard was ie niet. Eigenlijk viel het me alles mee die vierde dag. Maar 119 kilometer en net geen 3000 meter omhoog. Nadat het verzamelde peloton bij de start met een drone mooi van boven in beeld was gebracht voor de Haute Route dagsamenvatting, werd er geneutraliseerd afgedaald naar de voet van de Izoard. Mijn overlevingsstrategie heeft inmiddels vaste vorm gekregen. Op de eerste klim probeer ik me absoluut niet druk te maken. Als het stijgingspercentage afneemt schakel ik geen tandje bij maar aanvaard ik het cadeautje van moeder natuur in dankbaarheid. Op de tweede berg van de dag fiets ik lekker omhoog. Bij col nummer drie vervloek ik de organisatie omdat die niet met zoveel woorden op het kaartje staat. En bij de laatste klim schraap ik mijn laatste energiereserves bij elkaar om boven te komen.
Ik voel me met de dag beter. Een beetje jammer dat het eerste dat je vrouw dan tegen je zegt als je naar huis belt is dat je vandaag ‘maar’ 422e bent geworden. Doe je het niet zelf, probeert het thuisfront er wel een wedstrijd van te maken.
Voor mezelf heb ik goed gepresteerd. Als een beest op kop gereden met wind tegen in de prachtige vallei van de Izoard naar de Col de Vars, samen met de Noorse Ingeborg en de Britse Stephen G., de eerste Engelsman die ik tegenkom die er ook is blijven wonen. Hetzelfde nog een keer herhaald op weg van de Col de Vars naar de voet van de beklimming naar Pra Loup, maar dan samen met mijn teamgenoten Thomas en Robert en een Franse meneer van ‘Ne Jetez Plus’ de Franse equivalent van ‘Ik fiets vriendelijk’.
En eigenlijk de hele dag leuk naar boven gefietst, behalve dan de laatste 2 kilometer naar Pra Loup die ongemeen steil en warm waren en naar een ongemeen lelijk dorp leidden. Ik begin de zuilenarchitektuur van Val d’Isère steeds meer te waarderen.
Helaas zijn David en ik ondergebracht in een WiFi en sfeerloos appartementencomplex in Pra Loup 1500, zodat we diezelfde 2 kilometer ’s avonds weer omhoog moesten fietsen voor de briefing en morgen ook weer voor het ontbijt en ik ben bang morgenavond ook weer voor de briefing van etappe 6.
Terzijde: compressiekousen zijn een dingetje bij de deelnemers aan de Haute Route. Nu is er ook wel een stalletje compressiekousen aanwezig in het Village Départ, maar de meeste zien er toch uit alsof ze van thuis zijn meegenomen. Mijn inschatting is dat ’s avonds de helft van de mannen in korte broek met lange sokken rondloopt. Het kan natuurlijk ook zijn dat ze zich een beetje schamen voor hun geschoren benen.
Voor mijn vrouw: Bij de tijdrit op de Bonnet morgen hoef ik met mijn overall ranking van 412 niet eens in de langzaamste groep van 75 te starten.