Ravitaillering op een top


Typisch zo’n etappe waar de eerste twee klims alleen maar bedoeld zijn om je uit te wonen voor het sluitstuk: de Passo di Gavia. De Passo Palade en de Passo di Tonale zijn relatief vriendelijke klimmetjes, maar samen toch goed voor zo’n 2400 meter omhoogfietsen. En dat gaat dan op één of andere manier toch in de benen zitten.

De Gavia vanaf Ponte di Legno: 17,3 kilometer klimmen met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9% en een paar erg nare stukjes van op papier16%, die mij en vele anderen in het echt veel steiler leken en bovendien een tikje te lang duurden om het leuk te houden.
Je moet op zo’n steil stuk op de pedalen om nog enigszins vooruit te komen, en gaan zitten omdat je buiten adem bent is helaas geen optie.
Ondanks dat het de hele dag mooi zonnig weer was, was het op 2621 meter stervenskoud, zodat wij blij waren om weer heelhuids in Bormio terecht te komen.
Logistiek gezien bleek het handiger te zijn om op de top van de Stelvio te logeren. (Probeer maar eens 350 man/vrouw een nachtje in een willekeurig Italiaans bergdorpje te huisvesten.) Dat betekende een ijzingwekkende busrit als verkenning voor de tijdrit van de volgende dag. Met ware doodsverachting stort zo’n bus zich in haarspeldbocht na haarspeldbocht. Rijdt luid claxonnerend tunnels in met aan weerszijden niet veel meer dan 20cm ruimte, en gaat er vanuit dat elke tegenligger (auto, motor of fiets) zorgt dat ie weg is. 

Logeren op meer dan 2700 meter. Eigenlijk gewoon een gratis hoogtestage.