Is het bezoeken van een congres hard werken? Als je op een dag 21 presentaties over onderzoek in verschillende gradaties van erbarmelijk Engels moet aanhoren, voelt het wel zo. Voeg daarbij nog vier discussiesessies van een half uur en je bent goed gaar. De dag begon met onderzoek naar Specifiek Nummer Bereik. Drie achtereenvolgende papers gingen over hetzelfde Amerikaanse onderzoek, en daarna mochten NOM en Intomart-GfK in een kwartier het Nederlandse verhaal vertellen. Dat u maar even weet hoe de machtsverhoudingen liggen. Het Amerikaanse onderzoek was overigens met bronvermelding gejat van de presentatie van Faasse en Van Meerem op het WRRS van 2003 in Boston. Meest interessante van de drie papers was dat van Caryn Klein van Time Inc. Het bereik van individuele nummers van Time wordt gewoon gebruikt om af te rekenen! Je moet minstens 3 advertenties per jaar kopen, maar dan geeft Time een bereiksgarantie. Komt het nummerbereik lager uit dan de garantie, wordt de adverteerder gecrediteerd. Het kan dus wel NOM! Irena Petric en Marion Appel verbaasden de wereld met het nieuwe NOM onderzoek. Dat je vraagt naar Specifiek Nummer Bereik vinden ze in het buitenland nog tot daar aan toe, maar dat je het gebruikt om er je ‘currency’ mee vast te stellen is ongehoord. Maar goed, dat vonden ze ook toen we in Nederland als eerste computergestuurd telefonisch onderzoek gingen doen en we de First Time Read Yesterday (FRY) methode voor het meten van bereik introduceerden. De zes (!) papers over datafusie voor de lunch vergden het uiterste van het bevattingsvermogen van de toehoorders. Datafusie gaat over het aan elkaar knopen van verschillende onderzoeken. Opmerkelijk genoeg waren het deze keer geen juichverhalen. Integendeel, als je na een fusie dieper in de data gaat graven blijken er veel cijfers niet meer te kloppen. Alle reden om ook de voorgestelde fusie tussen NOM en STIR zeer zorgvuldig te begeleiden.
De middagsessie was gewijd aan multi-media effecten. Pardon, je moet tegenwoordig cross media roepen om erbij te horen. In alle gepresenteerde onderzoeken blijkt de combinatie print plus (dus print plus TV of print plus online) aanmerkelijk beter te scoren dan TV solo. Of je nu uitgever bent in Engeland, Hongarije, Brazilië, België, Amerika of Nederland, overal geldt dezelfde blijde boodschap. Corina Soethof van het Nederlands Uitgevers Verbond, die samen met Vincent Kuijpers van TNS-Nipo het Media Observer onderzoek presenteerde had het uitgerekend: in Nederland besteden we minsten 20% teveel aan TV, een verspilling van 160 miljoen per jaar. Kijk, dat is nou eens een mooie uitsmijter voor al die afgepeigerde print onderzoekers.