Beau Bouke Buning en Peter Haakman op weg naar de top van de Iseran

Om één of andere reden moest het ontbijt vandaag een half uur eerder. Ik heb het kennelijk niet helemaal meegekregen. De rit was 15 kilometer korter dan die van gisteren en er waren 1.000 hoogtemeters minder. Na 8 dagen omhoog fietsen begint dat te tellen. Maar goed, kennelijk waren er een aantal deelnemers die bang waren dat ze niet hard genoeg konden trappen om op tijd te zijn voor het voetballen. Nederland speelt vanmiddag op het WK de 8ste finale tegen Slowakije. Op een of andere manier heeft het grootste deel van de groep meer op dit moment meer ‘fietsen’ dan ‘voetbal’ in hun systeem. Het voordeel van vroeg vertrekken is vooral dat je meer kans hebt om het onweer voor te zijn dat hier tegen het eind van de middag steevast losbarst. Als je het hoogteprofiel bekijkt (zie onder) bestond de etappe eigenlijk uit één grote beklimming, die van de Col d’ Iseran. De hikjes tussendoor mochten nog wel een naam hebben, zoals bijvoorbeeld de Col de la Madeleine, niet te verwarren met de ‘echte’ Madeleine waar ik langs de kant stond toen Michael Boogerd zijn vlucht naar etappewinst op La Plagne begon. Kennelijk zijn meer Fransen op het idee gekomen om een berg naar Maria Magdalena te noemen. Ook erg populair is de Col de l’homme mort, de berg van de dode man. Die kom je tijdens de 100 Cols tocht naar schatting toch zeker 5-10 keer tegen. Of de naam verwijst naar beroemde moordpartijen, verkeersongelukken of naar Onze Lieve Heer heb ik nog niet kunnen achterhalen. In het laatste geval zou het wel van een gebrekkig opstandingsgeloof getuigen. Maar goed, de Iseran. We zijn in herstelmodus naar Bonneval-sur-Arc gereden met onderweg nog tijd voor koffie en in Bonneval zelf een crêpe. Toen was het nog 14 kilometer omhoog met, moet ik zeggen een zéér constant stijgingspercentage van 8-11%. Dat kon niet gezegd worden van de temperatuur die van 42 graden in het dal instortte naar 4,2 graden op de top. Maar dat levert wel weer mooie plaatjes op. Verder is er niet veel enerverends gebeurd. Ruud had een klapband, ook Simon moest een gescheurde buitenband vervangen, Peter is weer een beetje omgereden, ik ben een beetje gevallen dankzij een onhandige automobilist en Rinze heeft vandaag zijn snor droog gehouden. Alleen Simon had vandaag een nat pak, maar die heeft wel nog een extra klimmetje gedaan.
Voor degenen die drie jaar geleden aan dit avontuur zijn begonnen rest er morgen nog één (1) berg, de Cormet de Roselend. Oh ja, en Nederland heeft net gewonnen.

P.S. Hotel Le Monal in Sainte Foy Tarentaise is een aanrader. In elk geval qua uitzicht, aankleding en sanitair. Vooral de (regen)douche die je niet zelf hoeft vast te houden kunnen wij zeer appreciëren. Peter Haakman gaat overigens iets uitvinden zodat je voortaan in elk Frans hotel met losse handen kunt douchen. Volgend jaar op de markt.

Het hoogteprofiel van rit 9